Door goed te poetsen verwijder je tandplak: een witte of gele aanslag op je tanden. Tandplak bestaat voor het grootste deel uit bacteriën die etensresten omzetten in zuren. Deze zuren kunnen je tandglazuur en tanden aantasten. Dit kan zorgen voor gaatjes in je gebit.
Tandplak ontstaat sneller op delen die moeilijk te poetsen zijn, zoals op of achter de ondertanden en op de overgang van de tanden naar het tandvlees. Als tandplak lang blijft zitten kan het tandvlees gaan ontsteken. Ontstoken tandvlees is rood, een beetje opgezwollen en gaat snel bloeden tijdens het poetsen. Wanneer de ontsteking te lang blijft zitten, kunnen je tanden ook aangetast worden.
Wanneer je een slotjesbeugel draagt, kan er gemakkelijk tandplak blijven zitten rondom je brackets. Als de plak daar niet goed wordt weggepoetst, kan het tandglazuur aangetast worden of zelfs helemaal verdwijnen. Pas wanneer de beugel eruit wordt gehaald, is het aangetaste glazuur goed te zien. Er zijn dan witte vlekken rondom de tanden ontstaan, op de plekken waar geen bracket heeft gezeten. Witte vlekken zijn zeer zwakke plekken van je tand, die alleen door goed te blijven poetsen geen echte gaatjes worden. De witte vlekken zelf zijn helaas niet meer te herstellen.
Controleer daarom iedere keer na het tandenpoetsen of je nog tandplak ziet op je tanden, rondom je beugel of langs je tandvlees. Door goed te poetsen zorg je niet alleen voor sterke tanden, maar met een gezond gebit gaat ook de beugelbehandeling tot wel drie keer sneller en kan je beugel er dus weer eerder uit!